-
Konijn van de maan
De maan en vooral de vlekken van de maan (vlaktes die het licht anders weerkaatsen) spreken tot de verbeelding. Diverse culturen zien er diverse dingen in. Het is eigen aan de mens: in patronen dingen zien die men kent. De mens heeft nood aan verbeelding. En dat is mooi. Wij hebben vooral ons mannetje op de maan, ook wel ‘Janneken’ genoemd. In Japan ziet men een konijn op de maan. Men noemt het Tsuki no usagi, wat konijn van de maan betekent. Het idee is afkomstig uit een oud boeddhistisch verhaal:
Lang, lang geleden besloot de Oude Man van de Maan om de aarde te bezoeken, verkleed als een zwerver. Hij zag een vos, een aap en een konijn samen spelen en vroeg hen of ze wat te eten voor hem hadden. De aap klom meteen een boom in en plukte fruit. De vos trok naar de rivier en ving voor de zwerver een vis. Het konijn, dat enkel geleerd had om gras te eten, vroeg de zwerver om een vuur te maken. Eenmaal het goed brandde, sprong het konijn erin om zichzelf als maaltijd aan te bieden. De zwerver werd snel weer de Oude Man van de Maan en redde het konijn uit het vuur. Hij zei: ‘Je bent gul en zelfopofferend. Maar doe niets dat jezelf kwetst. En gezien je zo dienstbaar bent, neem ik je mee naar de maan om bij mij te wonen.’ En daar woont het konijn nog steeds! Telkens als het volle maan is, kun je hem zien. Hij stampt er rijst voor de rijstkoeken.Nooit vraag ik mij af
of ze soms van iemand is.
De maan, verbeelding.~Mijn raam, mijn drieluik,
ingelijst in mahonie.
De maan, verbeelding.~Zoek er een handvat
voor en je hebt iets práchtigs.
De maan, verbeelding.~Voor haar verjaardag
wil ze maar één ding, één ding!
De maan, verbeelding.~De schat gevonden,
putjes niet weer dichtgedaan.
De maan, verbeelding.~Het zijn sprinkhanen
die haar nu vooruit roepen.
De maan, verbeelding.~Poel, pas gebroken
herstelt ze alweer zichzelf.
De maan, verbeelding.
-
Als je goed kijkt
De maan dankt haar romantiek aan het licht. Denk het licht weg en we zien niets meer. Alleen dankzij het licht kunnen we iets zien. In feite kijken we altijd onrechtstreeks: door het licht dat op iets valt en het beeld weerkaatst, zien we het, met onze hersenen moeten we dan kijken. Er gaat dus niet iets actiefs uit van onze ogen (een scannende straal of zo), maar we ontvangen elk beeld via het licht dat zelf naar onze ogen toe komt. Het zien is dus iets passiefs, het kijken moeten we daarna zelf actief met onze hersenen doen.
Dat maakt dat we een onderscheid kunnen maken tussen goed en slecht kijken. Haiku gaat ervan uit dat je goed kijkt: yoku mireba. Dat is een versregel uit een van de beroemdste haiku’s van grootmeester Matsuo Bashõ en betekent: als je goed kijkt.
Haiku is met andere woorden ook altijd een oefening in het goed kijken ná het zien. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor onze andere zintuigen.De maan, het is licht
dat al vele namen kreeg.
Romantiek, zeg jij.~De maan, het is licht
van de zon dat voor ons nog
een ommetje maakt.~De maan, het is licht
dat een zwaar ding om ons heen
dan toch nog licht maakt.~De maan, het is licht
waarvan zelfs al een kwartje
ons diep doet zuchten.~De maan, het is licht
dat vanuit de duisternis
ons tegemoet schijnt.~De maan, het is licht
dat rest van een hevig vuur.
Toch nog lang kijken.~De maan, het is licht
van minuten geleden.
En tijd vergeten.
-
Vorm van perfectie
Wat ons vooral ook aan de maan fascineert (misschien zonder dat we het beseffen) is die ronde vorm van de volle maan. Rond is een vorm van perfectie, zorgt voor rust, ervaren we als evenwicht.
Niet voor niets zeggen we ook dat iets ‘rond’ is, als het af is, volledig is. Ook dat zorgt dan voor rust. In het hoofd. Kijken naar een ronde maan geeft rust en biedt troost.
De maan zou zijn ontstaan door een botsing van de aarde met de planeet theia. Een dikke brok vloeibare lava werd daarbij weggeslingerd en trok samen als een gigantische druppel, die nog meer van de omringende massa aantrok en geleidelijk stolde tot de ronde vorm van de maan.Van ver perfectie.
Maar van dichtbij, van dichtbij.
De mens en de maan.~En bestond ze niet,
dan vond iemand ze uit, rond.
De mens en de maan.~En wijl ze rond wordt,
weten dat ze weer half wordt.
De mens en de maan.~Steeds weer uitkijken
naar wat rond wordt, werd of is.
De mens en de maan.~Mijn dag is pas rond
wanneer ik jou zie schijnen.
De mens en de maan.
-
Een hij of een zij
Is de maan een mannelijk of een vrouwelijk (hemel)lichaam? Volgens de officiële Woordenlijst mag je kiezen. Interessant! Dat wil zeggen dat de maan noch mannelijk, noch vrouwelijk is uit zichzelf, maar dat het een interpretatie is van de mens. Van jou, van mij. Héél interessant!
Hoe is de maan volgens jou? Vrouwelijk? Mannelijk? Om dat te ontdekken, zet je het woord ‘maan’ het best in een context. Iets als: Kijk, de maan, ze/hij schijnt heel fel vannacht! Probeer eens bij jezelf ... En? Is de maan voor jou mannelijk of vrouwelijk? Het gekke is dat je nu misschien bent gaan twijfelen door er heel bewust over na te denken. Waar je anders spontaan ‘ze’of ‘hij’ had gezegd, twijfel je nu.
En als ze voor jou vrouwelijk is, waarom is dat dan? Haar ronde vorm? Haar stille aanwezigheid? Haar zacht schijnsel? En wat maakt dat je ze eventueel als mannelijk ervaart? Zijn afstand? Zijn ruwe, onherbergzame voorkomen? Kleiner (van hart) en draaiend rond Moeder Aarde? De man als knechtje, simpele sateliet van de aarde? Of heeft het met karakter te maken? Ik schat dat het merendeel van de mensen de maan als vrouwelijk ervaart. Zullen we eens kijken? Wie ziet de maan als vrouwelijk?De maan daar, ze schijnt
voor hem vrouwelijk te zijn.
Zoals híj nu kijkt ...~Zoals híj nu kijkt,
wijl zíj hem voluit beschijnt!
De maan, licht dat vraagt.~De maan, licht dat vraagt
of je even wilt blijven.
En ook verlangen.~En ook verlangen,
naar de maan, nieuwsgierig naar
zijn duister kantje.~Zijn duister kantje,
nooit laat de maan het ons zien.
Toch vrouwelijk dan?~Toch vrouwelijk dan?
De maan, vanavond gehuld
in een negligé.~In een negligé
staart ze naar de man in bed.
Vrouw, een verre maan ...
-
Schijn van groeien
Waarom de maan ons zo fascineert, heeft vermoedelijk ook te maken met haar veranderende vorm: van sikkeltje (heel mooi en poëtisch ook) over eerste kwartier, halve maan, driekwart en ten slotte als apotheose de volle maan.
Het is een zekere vorm van groeien, elke keer opnieuw, geen verrassingen mogelijk, dag na dag een beetje groter en dan weer kleiner, een rustgevende cyclus, traag, maar zeker.
Soms zien we de maan iets groter dan anders. Groeit ze dan echt? Nee, dan komt ze door haar baan gewoon iets dichter bij de aarde. Onze maan neemt trouwens stilaan maar zeker afscheid van ons. Echt! Elk jaar verwijdert de maan zich ongeveer 4cm van de aarde. De maan steelt een beetje van de rotatie-energie van de aarde om zich in een hogere baan te nestelen. Toen de maan werd gevormd, bevond ze zich op een afstand van slechts 22.500 km van de aarde. Nu bedraagt die afstand al 450.000 km. Ze zal dus stilaan kleiner en kleiner worden. Moraal van dit verhaal: geniet van het nu!
Het groeien van de maan die wij menen te zien, is dus een schijn van het groeien. Een zonneschijn ...Halfvol is de maan;
in de schijn van het groeien
al de volle zien.~De maan, geloven
in de schijn van het groeien.
Elke keer opnieuw.~Een heldere maan.
In de schijn van het groeien
ook schaduw vinden.~Elke avond nu,
in de schijn van het groeien,
samen de maan zien.~Nooit vraag ik mij af,
in de schijn van het groeien,
of de maan bestaat.
NAAR HET HUIS / OF MAIL ONS |